De provincie Noord-Holland stelt ruim € 1 miljoen subsidie beschikbaar voor alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen. Gemeenten kunnen gebruik maken van de subsidie door ervoor te zorgen dat vleermuizen, na het isoleren van woningen, nog een plek hebben om naartoe te gaan.

Vleermuis op een muur.

Vanwege klimaatverandering en hoge energieprijzen stimuleren provincies en gemeenten woningeigenaren om hun woningen te isoleren. In de Omgevingswet is opgenomen dat vleermuizen die zich in en op het huis bevinden, bijvoorbeeld in spouwmuren of daken, beschermd moeten worden. Door natuurvriendelijk te isoleren, krijgen vleermuizen de kans om weg te vliegen vóórdat er wordt geïsoleerd. Er wordt ook rekening gehouden met de kraamperiode en winterslaap door in deze periode niet te isoleren. Vleermuizen die niet meer kunnen terugkeren naar hun plek in de woning, moeten op een alternatieve plaats kunnen verblijven. 

Wat zijn alternatieve verblijfplaatsen?

Er zijn verschillende soorten verblijfplaatsen die voor vleermuizen kunnen worden gecreëerd. Bijvoorbeeld nestkasten of vleermuizenkasten die aan de gevel van een woning of gebouw worden vastgemaakt. Ook kan een isolatiebedrijf in overleg met bewoners een deel van de geïsoleerde muur vrijhouden voor vleermuizen. En voor grote groepen vleermuizen kunnen door gemeenten geschikte plekken worden aangewezen, zoals oude gebouwen. 

Subsidieregeling voor gemeenten

Met het Rijk, provincies en de VNG is afgesproken dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen. Kijk voor meer informatie op de subsidiepagina Alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Noord-Holland.